The Council of S-Keep

Full ongoing story

Ronde 1: Introductie

De grijze roden

24 december 2068. Sinds de twee gemeenschappen elkaar verlieten is er een hoop veranderd. Op Aarde, waar nu conservatieveling Verhoef zijn machtsgreep uitoefent, zijn slechts weinigen vereerd onder dit regime te bukken. Het is altijd al een kille man geweest; toen hij diende bij Aegan Airlines in zijn vroege jaren, toen de bureaucratie moest bezwijken onder opkomende partijen die de macht in eigen handen wilden hebben en ook nu als globaal heerser bij de ‘AWMDATMH’ (Alles Wat Met De Aarde Te Maken Heeft) laat hij er geen gras over groeien.

Gras hier op Mars echter groeit als kool. Letterlijk. Dr.h.c. Barend G. afgestudeerd bioloog en tevens rechterhand van voorzitter Verhoef junior bij de ‘AWMMTMH’ (Alles Wat Met Mars Te Maken Heeft), heeft als-kool-groeiend-gras recentelijk gepatenteerd bij het Intergalactisch Ministerie van Melkwegzaken. Barend was niet de enige rechterhand van Milan V. Nee, onze gemeenschap kent veel menselijk kapitaal dat zich samen verenigt onder de naam ‘Fortuna’. Zo waren onder andere ook Max P. hoofd intergalactische monetaire zaken, Bob S. uitvinder van de sociale robot en hoofd van de afdeling cybersocialiteit, en Joep J. die onder meer bekend is vanwege zijn pulsenergie motoren die het mogelijk hebben gemaakt interplanetaire reizen te versnellen.

Deze handlanger constructie maakt het mogelijk om het individu te laten pronken, waarbij de leider slechts een tussenpersoon is om de boel te communiceren. Autoriteiten op Mars worden dan ook liever bij de voornaam genoemd precies zoals dat bij alle andere Martians ook gebeurt. Dat zorgt voor een wat aangenamere sfeer en wendt ons af van hoe dat vroeger ging… Waar dat nog steeds zo gaat op onze geboorteplaneet Aarde. Meer dan een geboorteplaneet is het voor ons niet meer.

Toen op 27 mei 2053 de schepen onder leiding van software engineer Max C. het Aardse luchtruim verlieten was er bij lange na niet genoeg plek voor iedereen, maar dat mocht ook niet het streven zijn. De reden van vertrek was immers niet ongegrond. De tijd zat erop daar, aldus het selecte groepje bestaande uit circa tien miljoen Martians (ongeveer vijf procent van de totaal overgebleven populatie op Aarde) die de reis naar de rode planeet in 94 dagen aflegden. Op Aarde keek men vol bewondering naar de uitverkorenen, maar niet veel later zouden zij zich realiseren dat het leven er voor hen steeds ellendiger uit zou komen te zien nu zij onder de hoede waren van een elitair regime geleid door Verhoef hem zelve en zijn trawanten, waarbij één in het bijzonder; Floris van Riel, de Bockenreyder. Deze man, hoewel immers verjaard, is altijd de denkende drijfveer geweest achter het beleid van de AWMDATMH. De legende vertelt dat hij zelfs aan 'de ramp' is ontkomen.

Hoewel de oudjes het hier op Mars momenteel nog voor het zeggen hebben, is het jeugdige aanbod dat men aan boord heeft gebracht de heuse winst ten opzichte van onze ex-planeet. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn voor we de technologische oorlog voor eens en voor altijd triomferen en het zal dan zijn dat wij 'de roden', zoals wij door de Aardlingen bespot worden, zullen botvieren. Nee, voor de Aardlingen, zijn wij slechts een project en voor al wie dat aanhangt zal het later bezuren.

De vergrijzing is nabij, het ontvouwen van jonge Martians is aangebroken.

Ronde 2

Aagje keek op vanuit het papierwerk dat ze haastig wegborg, toen een bonkend geluid dat gedempt werd door het hout op haar verdieping plaatsmaakte voor een schrikgevoel in haar onderbuik.
"Aagje, waar blijf je nou?", verontrustte zich haar moeder die de kamer binnenliep zonder alvorens te kloppen. Zo streng als haar moeder kon zijn wanneer Aagje zich bekommerde om politieke kwesties, zo zacht en behoedzaam was ze als ze zich zorgen maakte over haar enige dochter. "We roepen al tien minuten dat je aan tafel kunt schuiven." Aagje die zich nog met haar gedachten op een andere planeet bevond, bemerkte nu ook de warme dampen van de verse gevulde kalkoen die zich vanaf beneden een weg naar boven baanden.
"Wat was je aan het doen lieverd?", zei moeder nu iets rechtstreekser.
"Oh, gewoon een beetje aan het dromen," zoals Aagje dat ongelogen bedoelde "zoals ik dat wel vaker doe."
"Vanavond mag je verder dromen, maar nu is het tijd om aan ons feestelijk maal te beginnen!" Aagje volgde snel, terwijl zij van tradities als deze eigenlijk helemaal geen fan was, maar ze was opgelucht dat haar moeder het er deze keer bij liet zitten. Haar vader en haar oudere broer die al een plekje aan tafel hadden veroverd, waren duidelijk meer in de stemming om de proteïne bom zo snel mogelijk naar binnen te werken; schranzen als het aan haar broer lag.

Als het aan haar zelf had gelegen, was ze nu tweehonderd miljoen kilometer verwijderd van deze eettafel. Participerend in de technologische strijd tegen de aarde, hoewel het er op aarde geen schijn meer van heeft dat er überhaupt een strijd gaande is. Het is alsof men hier de strijdbijl er al geruime tijd geleden bij heeft neergelegd. Maar telkens als zij de wekelijkse gelekte berichten bij verzetsorganisaties weet te onderscheppen en deze op haar kamer aandachtig doorleest, wordt Aagje weer herinnerd aan de prachtige ontwikkelingen ver van haar bedje verwijderd. Het is door deze berichten dat zij vertrouwen blijft houden in een ontknoping die ooit daar zal zijn, die de mensen hier op aarde zouden bekeren, ongeacht zij dit verlangen.
"En nu is het genoeg mevrouw Verhoef!", vloekte haar vader die rood aanliep van woede. Aagje had immers nog geen hap van haar avondmaal genomen. "Dat dagdromen mag je mooi in de kamer gaan beoefenen," vervolgde hij nijdig, "dan eten wij het door je moeder met liefde bereide kerstmaal wel voor je op!"
Aagje liep met een grimas stampvoets naar boven en deed het op deze manier overkomen alsof ze er erg mee zat. Hongerig was ze stiekem wel. Ze had dan ook niet veel voor zichzelf gezorgd de laatste tijd, maar ze wist dit voor haar ouders te verbergen. Op de overloop aangekomen schreeuwde haar vader nog een laatste maal naar boven: "Om acht uur vertrekken we richting opa en oma, zorg er dus voor dat je klaar staat en ik wil geen fratsen vanavond jongedame!" Aagje sloeg haar kamerdeur met een klap dicht en beantwoordde daarmee haar vaders geraas. Op haar kamer kon ze haar emoties niet meer in bedwang houden en ze bedolf haar kussensloop met tranen, iets wat ze anders nooit deed.

De ouders van haar vader, opa Noah en oma Kyra, waren verantwoordelijk voor zaken die haar ouders haar niet wilden vertellen, omdat ze daar nog te jong voor zou zijn. Maar Aagje was niet achterlijk, ze was een slimme meid. Ze was voor haar vijftiende levensjaar ver vooruit op haar leeftijdsgenootjes die van politiek gebrabbel nog geen benul hadden, laat staan dat zij de krant lezen. Na de ramp waren er maar weinigen zoals zij, maar zij die zo waren, durfden er niet voor uit te komen en doken dan vaak onder. Een confrontatie met voorstanders van een maatschappij waarbij de individu onwetend en dom gehouden wordt, staat voor Aagje gelijk aan verraad. Verraad dat ze vanavond zou plegen indien ze op bezoek zou gaan bij haar grootouders.