Summer-22

Full ongoing story

Round 1A: Hamer

Ofschoon de edelachtbare dreigde met zijn hamer de tafel te raken schikte het de advocaat tot het laatste moment te wachten om zijn argumentatie met zaken op orde te kunnen stellen. “BEZWAAR!” werd er geroepen. De rechter kon zich net op tijd inhouden en dus bleef de tafel ongeslagen, wat misschien ook wel partieel te verklaren viel door de schrik die hij ervaarde na de luide kreet van de advocaat. Zelfs het publiek dat een stuk groter is dan bij een doorsnee rechtszaak maakte gezamenlijk een klein sprongetje.

‘Ik eis een uitleg voor dit onaangekondigde protest Meneer Goedeblauw’, zei de rechter met een hiervoor nog ongehoorde diepte in zijn stem. De rechter op deze late middag, die de vroege avond nadert, nog aan de kant van de verdediging krijgen lijkt op deze manier haast onmogelijk. Dat maar al te best wetend gaat de heer Goedeblauw toch nog voor een zege in rechtszaal zes vandaag. Hij nam nog een hap adem waarschijnlijk om zijn spanning weg te werken maar misschien ook wel een beetje om een pauze toe te voegen die wat meer kracht achter zijn woorden ging zetten. Daarna begon zijn monoloog om zijn cliënt, die naast hem al bijna in huilen uitbarstte, te redden van het verschrikkelijke lot, dat uit was gekomen als die hamer de tafel had geraakt.

‘Iedereen in deze zaal kent mijn cliënt. De meeste al voordat dit alles zich afspeelde, doch staat ons dit niet toe om die vooroordelen mee te dragen in dit proces.’ De advocaat draait richting het publiek terwijl hij praat. ‘Ten eerste zal ik nog eens heel duidelijk maken dat mijn cliënt het niet heeft gedaan. Hij is geen moordenaar.’ Zei meneer Goedeblauw met veel handgebaren en armbewegingen.

‘Bezwaar!’

Zo kwam het geluid van de andere kant van de zaal waar mevrouw Jooperts van het openbaar ministerie gevestigd zit. ‘Ik heb nog geen woord van nuttig bezwaar uit de mond horen vallen van meneer Goedeblauw, volgens mij had hij geen enkele reden u te onderbreken behalve om er nog een show van te kunnen maken edelhoogachtbare.’ Zei mevrouw Jooperts terwijl ze een venijnige blik schoot naar de ander kant van de zaal.
‘kunnen we er alstublieft een eind aan breien en de zaak sluiten dan kan u beginnen met een vonnis te verwoorden en kan ik naar huis en aan mijn avondmaal beginnen.’

De rechter keek in de richting van meneer Goedeblauw, heft zijn hamer en vraagt kil, ‘komt u nog met een punt meneer Goedeblauw?’.

‘Jazeker wel ik kwam net bij het sappige gedeelte van mijn pleidooi waarin ik de waarheid blootleg en waardoor de hele zaak op zijn kant komt te liggen. Het enige dat ik van u vraag is dat ik het met de volledige context mag betogen, zodat mijn punt helder en duidelijk overgebracht wordt zowel aan u als aan mijn collega en het publiek.’

Mild geïrriteerd legde de rechter de hamer weer langzaam neer en zei ‘Ik geef u niet meer dan 5 minuten meneer Goedeblauw dus schiet op en kom snel naar de crux van uw verhaal.’

‘Hartelijk dank edelachtbare. Oké, zonder nog heel veel doekjes ergens omheen te winden zal ik jullie allen een belangrijk stuk informatie vertellen wat over het hoofd van iedereen is gegaan tot nu toe. Eerst moeten we onszelf een belangrijke kernvraag stellen. Waarom had het slachtoffer zich ineens van de buitenwereld afgesloten? Waarom stopte hij ineens met medicatie en kwam hij niet meer naar de basketball training? Maar boven dit alles, Waarom zocht hij mijn cliënt op?' Goedeblauw liet een dramatische pauze vallen.

'Maar voor we die vragen kunnen beantwoorden, moeten we allemaal eerst eens terugkijken naar het slachtoffer, wiens connectie met mijn cliënt zeer vaag gelegd is door het openbaar ministerie want ze kennen elkaar van de basisschool 30 jaar geleden. Ik weet niet hoeveel klasgenootjes van de basisschool de gemiddelde mens tegenkomt en daarnaast ook nog herkent. Waarnaast het natuurlijk ook wel heel toevallig is dat het slachtoffer al een paar jaren met een bult aan mentale problemen kampte waar hij vervolgens ook de laatste maanden geen medicatie meer voor ophaalde bij de apotheek. Het OM legde dit uit als de reden voor het opzoeken van mijn cliënt, en legt daarbij de nadruk op een dagboek wat gevonden was in de woning van het slachtoffer waardoor inderdaad de blaam verlegd kan worden naar een andere partij. Maar mijn cliënt word daarin niet bij naam genoemd, slechts het woord oude vriend en bekende word herhaalt.’ Goedeblauw snakte naar adem. Al dit snelle spreken werd hem bijna te veel. Hij wist wel dat hij op het goede pad zat, maar hij moet bewijs tonen. Er moet ergens bewijs zijn achtergelaten. Bewijs dat zijn cliënt er niks mee te maken heeft.
‘Meneer Goedeblauw Nog een minuut’ Zei de edelachtbare terwijl hij met zijn wijsvinger op zijn horloge tikte.

En opeens klikte het. Het horloge dat is de sleutel die de waarheid naar het binnenste van de zaak ontgrendeld.