Mark van der Schoot

Rangos ogen schoten pijlsnel door de kamer. De rechercheurs die nu nog maar op armlengte afstand stonden maakte zich klaar om lichamelijk contact te maken met Rango, maar voordat ze de kans kregen schoot Rango onder hun greep vandaan richting de achterdeur. Hij manoeuvreerde zich langs alle mensen die zo verbaasd waren met het tafereel dat er gaande was dat niemand durfde in te grijpen. Of misschien weten ze dat Rango niet de echte dader was. De koffie drinkende mensen hebben misschien wel meer informatie dan Rango die net te laat de zaak binnen was komen lopen. Helaas was er overduidelijk geen moment om de koffiedrinkers te ondervragen. Eenmaal aangekomen bij de deur die zich achter de bar bevond pakte Rango snel nog een stuk brood mee dat net klaar stond om geserveerd te worden. Dit had Rango nodig voor het omstreden ritueel dat in enkele gevallen gedoogd wordt maar jammer genoeg in dit geval als misdaad gezien zal worden. Eenmaal in het smalle steegje werd Rango verheugd dat hier geen autoriteiten in de buurt waren. Dit moet Rangos geluksdag wel zijn aangezien ze meestal wel voorzichtig genoeg om een heel gebouw meteen te omsingelen. Rango zette een sprint in en rende als een dolle door de smalle paden. Met brood en envelop in hand gooide hij zichzelf een publiek toilet in en deed de deur op slot. ‘hopelijk heb ik ze afgeschud’ dacht Rango terwijl hij de envelop heropende en voorzichtig de inhoud op het brood deponeerde. Rango begreep echter niet hoe sommige van zijn oud-collega's het zonder enig ander substantie konden verteren. Zelfs als het maar enkele haren waren als deze oud-informant ook maar poogde het zo zonder voedsel door te slikken zou Rango geheid over zijn nek gaan. Gelukkig maskeert het brood het grootste gedeelte van de smaak. Hij nam een hap uit het behaarde broodje. Rangos hart klopte in zijn keel. Hij greep met beide handen zijn hoofd vast. Zijn zicht werd wazig. Zo hevig was het voor Rango nog nooit geweest. Meestal nam hij maar een paar haren van een crimineel om zo informatie te bemachtigen. Maar een volledige snor was zelfs voor de ervaren Rango nog ongehoord. Rango verloor langzaam zichzelf en viel bewusteloos neer.

Toen ze wakker werden waren ze niet meer Rango. Ze waren deels Rango en ook deels filosoof. Dit is ook wat Rango de privé detective altijd zijn cliënten beloofde hij zal hun leven beschermen onder de filosofie ‘ik denk dus ik ben’. De gedachte van Rango en die filosoof zijn moeilijk uit elkaar te halen en er zitten wat gaten in het geheugen van de filosoof aangezien de snor niet helemaal compleet was. Maar nu Rango samen met zijn cliënt is gesmolten kan het onderzoek hervat worden.

De nieuwe fusie van mensen sprong op uit de oncomfortabele houding en liep het toilet uit. Ze keken in de spiegel. Ze waren wat groter en wat dikker dan dat ze gewend waren. Ze leken wel het meest op Rango. Ze liepen naar buiten naar het bureau van de rechercheurs. ‘Wacht naar de rechercheurs dachten ze.’ Maar het was duidelijk dat dat was wat deze fusie wilde doen.
Eenmaal aangekomen zei de fusie tegen de hoofdrechercheur. ‘Hierbij meld ik me infiltrant 42069. Het plan heeft gewerkt we hebben Rango te pakken.’
Petre zat kort aan zijn snor en zei daarna, ‘mooi, hij wist simpelweg te veel. We konden ons niet zo een groot lek veroorloven. Kom maar even zitten dan bespreken we je toekomst.’
De fusie ging zitten terwijl een rechercheur achter de fusie klaar stond om te scheren.