Max P

May 26, 2021

Rode Wijnglas

Wijn, een glanzende gloed druivenzoet. Kleuren, geuren in overvloed. Robijnrood, kastanjebruin zijn nat verhult in kristallen schuin. Toch

Instabiel soms zo fragiel, maar voet bij stuk als hij dan viel. Dan de steel; een glazen keel, walsgerei van het kolkende robijnen

Juweel. Hals over kop een uitdijing tot aan de slok vóór hetgeen elk, de lippen vormend tot een tuit, kennismaakt met de kelk en zijn geluid. Het

Nippen kan de lippen nu besproeien alvorens te doen vloeien door de keel, hoewel dit keer … niet de keel van een walser, maar van een heuse heer. Maar eerst, “Hef het

Glas!” Terstond een terras, bruisende taferelen die de scène doen bespelen. “Op

Lodewijn”. Schreiend van geluk als proost op zijn prestatie. Moeders speech vervolgt door een ovatie. Terug naar de voet, de keel, de hals. De klinkende klanken. De wals.

Afdronk.

Smaakvolle glanzende gloed druivenbitter. De volgende keer de wijn tóch witter.


Lodewijn Luickx , V6b


Enter. Opslaan als [“Poëzie eindopdracht.pdf”]

  “Liedewij! Lodewijn! Jullie eten staat klaar!” een snelle blik naar de digitale klok rechtsonder in mijn taakbalk herinnerde mij aan de onverminderde drang van mijn ouders typisch Nederlandse eetpatroon. Nu moet ik toegeven dat die onverbeterlijke regelmaat mijn trek rond dit tijdstip dusdanig opwekt, dat ik de rijkelijk gevulde ovenschotel al meen op te merken via alle daarvoor mogelijke zintuigen. Op het sein van mijn knorrende maag besluit ik dan ook aanstalten te maken, maar niet zonder eerst mijn beste makker Sally zijn net zo gebruikelijke avondsnack te geven.
  “Lodewijn kom jij ook nog? Schreeuwde mijn vader nu van onderaan de trap met een iets ongeduldigere stem.
  “Één minuut pa, ik controleer nog één keer mijn schoolwerk”.

“Rode Wijnglas

Wijn, een glanzende gloed druivenzoet…”

  Als de eeuwige twijfelaar die mij karakteriseert besluit ik tot na het eten te wachten met het inleveren van de opdracht. Tien uur stipt is de deadline.

  Zo, nu maar eens proefondervindelijk vaststellen of mijn zintuigen mij in hongerige toestand in de steek hebben gelaten. Zonder dat de trap tot zijn laatste trede was belopen waren mijn neus en maag al overtuigd van een voltreffer. Dit zou de heerlijke zalm-spinazielasagne van mijn moeder moeten zijn.
  “Twee dagen achter elkaar feest, boffen jullie even”, refereerde de kok terecht trots op haar nog stomende Lasagne verdi al salmone.
  “Vertel eens Lodewijn, wanneer weet je nu precies of je echt geslaagd bent?” vroeg mijn vader mij, terwijl hij zijn bord ijverig als eerste naar voren schoof in de poging aanspraak te maken op het zojuist aangesneden stuk waar toevallig extra veel zalm op zat.
  “Uhm vanavond lever ik mijn laatste opdracht in voor Nederlands, als ik uh” mijn gedachte versprong naar het moment van opslaan van zojuist. Had ik het bestand wel op de juiste plek opgeslagen? Had ik niet per ongeluk mijn testversie overschreven? Had ik me zoals vorig jaar niet verkeken op de uiterste inlevertijd? Had ik de beschrijvi… Geen stress. Ik had nog tot tien uur. De gedachtespinsels hadden de energie uit de zin die ik was begonnen onttrokken en op datzelfde moment voelde ik een trap tegen mijn enkel vanuit de richting waar mijn jongere zusje zat.
  “Au!” Schreeuwde ik in de poging om de aandacht van mijn ouders te vestigen op mijn slachtofferpositie. Die waren echter wel wat gewend ondertussen.
  “Je staart weer met die dromerige zaagselpan van je”, snauwde mijn zusje een reactie uitlokkend. Ik ging er buiten een snelle geïrriteerde gezichtsuitdrukking om verder niet op in.
  “Kom, kom, als jullie oud genoeg zijn zullen jullie beide beseffen dat dit het toneelspel der wederzijdse liefde betreft, lieverds”, reeg moeder ons gekibbel met een brede glimlach aaneen, terwijl ze voor haarzelf en haar man een Cabernet Sauvignon inschonk. “Wil jij ook?” vroeg ze aan me. Waarop ik terugdacht aan het etentje als voorbarige viering van mijn vwo-diploma gisterenavond. Het was mijn aller eerste glas wijngeestelijke drank, om de term te gebruiken die ome Jakob mij die avond in had gefluisterd. De broer van mijn vader had toen naast mij plaatsgenomen. De warme ademwalm waarmee hij richting mij sprak bij iedere komische ingeving verried dat zijn wijngeestelijke ervaring al in herhaling had getreden die dag.
  “Voor mij gewoon water alsjeblieft”, mijn stem ontglipte een merkbaar bewustzijn dat ik mij weer eens in mijn droomwereld waande.
  “Maak je zin nou eens af Lodewijn, we zijn allemaal erg benieuwd”, zei mijn moeder met haar altijd opgewekte warme stem. Mijn zusje was reeds half schrokkend tot de laatste hap van haar hoofdgerecht aangekomen en opperde voor een vervroegd dessert om zo snel mogelijk naar haar online omgeving terug te keren.
  “Als ik de poëzie opdracht vanavond op tijd inlever,” mijn gedachten versprongen bijna weer naar de inhoud van het gedicht, maar ik herpakte me, “rest mij niets anders dan het cijfer af te wachten en het heilige papiertje in ontvangst te nemen.”
  “Neem maar van mij aan dat heilig een understatement is”, brabbelde mijn vader, waarna hij zijn woorden wegspoelde met een flinke slok druivenbloed. Om een of andere reden komen de negatieve connotaties mijn bittere geheugen sneller toe.

  Het dagelijkse samenkomen zat erop. Met het klotsende mengsel van de huisgemaakte lasagne en de kant-en-klare supermarkttiramisu in mijn maag stormde ik met een gelijkelijk klotsend mengsel van emoties de trap op naar mijn slaapkamer. De afgelopen anderhalf uur was zowel de stress als de opluchting van het vooruitzicht behoorlijk toegenomen. Als ik het deze keer niet haalde, had ik mijn kans wellicht voorgoed verkeken op het Lorentz Lyceum. Afgelopen jaar was ik blijven zitten met een drie voor wiskunde tijdens de Centrale Examens. Dit jaar was door omstandigheden alles online. Ach, als ik het papiertje maar heb, dacht ik.
  “SHIT!” riep ik uit schrik hardop toen ik mijn kamer binnenliep. Het kooitje van Sally stond wagenwijd open. Hoe was ik die nou vergeten dicht te doen? Een snelle scan door zijn reservoir leverde geen resultaat van leven op. Ik ontmantelde in een handomdraai de spaken behuizing om beter zicht te krijgen op zijn slaapplek.
  “Pfew”, ontslaakte ik met een diepe zucht van opluchting. Die kleine dikzak was gewoon in slaap gevallen nadat ik hem koninklijk gevoed had. 19:45u nog één uur en een kwartier tot de deadline, maar pin me er niet op vast. Nog maar eens de opdracht in z’n geheel opnieuw lezen.

Open [“Poëzie eindopdracht instructie.pdf”]

  Mijn hart zonk me in de schoenen.