‘Wilt u mijn zitplaats overnemen, mijnheer?’
Wel heb ik ooit, dacht hij. De jaren hadden misschien hun tol geëist op zijn gehavende uiterlijk, en zijn goudblonde haar dat ooit van goede gezondheid en welzijn getuigde, begon steeds meer plaats te maken voor lichtgrijze strengen; tenminste, op plaatsen waar de tand des tijds vergevingsgezind genoeg was om een lok te behouden. Maar Max was met zijn zeventig jaren opvallend vitaal en deed nog ieder weekend fanatiek een potje holostrike. Het deed hem van binnen pijn dat deze vrouw hem zo gedecideerd haar zitplaats opofferde. Hij sloeg beleefd haar aanbod af, maar tegelijk kon hij haar kop wel klieven.
De rest van zijn reis verliep zonder problemen. Het was werkelijk schandalig dat het hoofd monetaire zaken van Fortuna tijdens de ochtendspits in een overvolle Trans Mars Express naar het hoofdkwartier moest reizen, maar de infrastructuur was nu eenmaal niet toereikend genoeg. Het was ruim vijftien jaar geleden dat de eerste lading aardlingen werd afgezet op de rode planeet en sindsdien is er onvoorstelbaar veel werk verricht om een zelfstandige gemeenschap op te richten die al het contact met de oude beschaving terug op Aarde verijdelde. Op Mars is de welvaart vervolgens als een speer vooruitgegaan, maar op Aarde grepen parasieten hun kans op de macht. De spanning tussen beide kampen is in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een Koude Interplanetaire Oorlog, zoals de politieke situatie spottend genoemd wordt. Van een ware oorlog is nog geen sprake, maar echt soepel zijn de verhoudingen ook niet.
In de verte doemde Max zijn bestemming al op: het imposante gebouw van hun gemeenschap, waarvan de naam in enorme neon letters op de voorgevel pronkte. Zoals iedere week nam hij een taxi vanuit het station. In de tussentijd werkte hij vast wat zaken door waarmee hij die dag bezig zou zijn. Hij ontdekte in zijn inbox een bericht van Max C. die liet weten hoe het stond met de opbouw van een kernfusiereactor net buiten het zakendistrict. Joep J. leidde het onderzoek naar het fusieproces terwijl Max C. de achterliggende systeemfunctionaliteit regelde en als eindverantwoordelijke diende. Wanneer dit project zou slagen, betekende dat een grote vooruitgang in de manier waarop energie kan worden gewonnen op deze planeet. En met de ontdekking van de grote hoeveelheden waterstof onder het oppervlak rond de polen, is er ook genoeg potentiële brandstof aanwezig. Maar tot die tijd moest er een hoop gefinancierd worden. En daar komt de rol van Max als hoofd monetaire zaken naar boven. Hij schreef snel een antwoord aan Max C. en borg vervolgens zijn spullen weer op.
‘Goedemorgen mijnheer Pieterse, een fijne reis gehad?’
Aangekomen bij het hoofdkwartier sloeg zijn stemming meteen weer om. De vrouw uit de TME zat nu achter de balie van de receptie en keek hem lichtelijk geïrriteerd aan met een frons op haar gezicht. Ze was hem nooit echt opgevallen, maar hij herkende haar nu wel. Hij glimlachte ongemakkelijk en snelde zich de lift in naar de vijftiende verdieping, het Departement van Monetaire Zaken. Hij betrad zijn kantoor en nam plaats achter een keurig opgeruimd bureau, waarop enkel een monitor stond en een trouwfoto met zijn geliefde vrouw. Die trouwdag was nu bijna vijftig jaar geleden, maar hij kon het zich herinneren als de dag van gisteren. Hij kon minutenlang kijken naar dat magische moment en zich weer even in het verleden wanen. Hierdoor merkte hij bijna niet dat er achterin zijn vertrek enkele mannen uit hun schuilplaats tevoorschijn waren gekomen.
Aarzelend draaide hij zichzelf om en keek in de lopen van een drietal geweren. De soldaten hadden ieder een masker op, maar Max wist precies met wie hij te maken had. De duivelse horens waren immers onmiskenbaar: soldaten van de Bockenreyder.